I have a dream

I have a dream… is de beroemde rede die Martin Luther King uitsprak op 28 augustus 1963.

Tijdens een geschiedenisles op de middelbare school in Tiel hoorde ik een bandopname van de beroemde speech van Martin Luther King. Kippenvel kreeg ik. Met een enorme overtuigingskracht vertelde hij aan 200.000 mensen in Washington over zijn droom over vrijheid en gelijkheid. Hij vocht voor ‘the inalienable rights of life, liberty and the pursuit of happiness’, met name voor Afro-Amerikanen.

In zijn bevlogen rede maakt hij veel gebruik van metaforen, ook financiële. Hij zei bijvoorbeeld: ‘In a sense we have come to our nation’s capital to cash a check.’ Hij verwijst hierin naar de getekende belofte in de ‘Emancipation Proclamation’ door Abraham Lincoln uit 1863 voor de gelijkwaardigheid van iedere Amerikaan. King concludeerde: ‘It is obvious that America has defaulted on this promissory note.’ Ofwel de belofte is honderd jaar na de proclamatie nog steeds niet waargemaakt. ‘America has given the Negro people a bad check which has come back marked “insufficient funds”. But we refuse to believe that the bank of justice is bankrupt. So we have come back to cash this check – a check that will give us upon demand the riches of freedom and the security of justice.’

Banken hebben klantgericht hoog in het vaandel staan, maar het is tot nu toe bij een papieren belofte gebleven. En nu staat de maatschappij op. En het houdt aan. Martin Luther King: ‘We have also come to this hallowed spot to remind America of the fierce urgency now. This is no time to engage in the luxury of cooling off or to take the tranquilizing drug of gradualism. (…) There will be neither rest nor tranquility.’
Ook voor de cultuurverandering van de banken zal permanente druk nodig blijven. ‘We must forever conduct our struggle on the high plane off dignity and discipline.’ Want in de maatschappij leeft een sterk besef dat de cultuurverandering en nieuwe bezieling bij banken hard nodig is: ‘Again and again we must rise to the majestic heights of meeting physical force with soul force.’ De maatschappij zal banken de spirituele spiegel van waarden en normen voor moeten blijven houden.

Het is daarbij belangrijk dat we niet alle bankiers op een hoop vegen. De banken zijn niet de oude slavendrijvende blanken: ‘The militancy (…) must not lead to distrust of all white people.’ Het merendeel van de bankmedewerkers heeft de juiste intentie. Ook zij beseffen dat ‘that their destiny is tied up with our destiny.’ De maatschappij en de banken zijn sterk verbonden met elkaar en volledig afhankelijk van elkaar. ‘We cannot walk alone.’
Banken vragen zich intussen af: ‘When will you be satisfied? ‘Het antwoord van de maatschappij: ‘…we will not be satisfied until justice rolls down like waters and righteousness like a mighty stream.’
‘I have a dream,’ dat de maatschappij en banken ‘will be able to join hands… and walk together as sisters and brothers …with a new meaning.’ Waarbij banken zeggen tegen hun klanten: ‘My country, ‘tis of thee.’
De mensheid heeft een duidelijke wens aan de banken: zij wil dat banken dienstbaar zijn aan leefbaarheid. De mensheid wil mensgerichtheid en dat betekent voor banken dat ze duurzaam goed zijn voor:
1. Natuur en milieu, de bron van leven
2. Maatschappij en mensen.
3. Zichzelf inclusief de werknemers.
4. De enkelvoudige klant.

Vijf jaar later, 3 april 1968, houdt Martin Luther King zijn laatste speech getiteld I See The Promised Land. Hij ziet dat er meer nodig is dan woorden: ‘Survival demands that we grapple with them. It is no longer a choice between violence and nonviolence in this world: it’s nonviolence or nonexistence.’ Banken zijn in deze tijd ook gedwongen om na te denken over maatschappij- en klantgerichtheid. En niet alleen om erover na te denken, maar vooral om ernaar te handelen, anders is er geen bestaansrecht (nonexistence) voor ze. De maatschappij meent het nu: het kan niet meer zijn zoals eerst ‘…scratching where they didn’t itch.’ ‘That day is all over’. Er is de overtuiging: ‘We are determined to be people… and that we don’t have to live like we are forced to live.’
De maatschappij is er niet voor de banken. Om dat doel te bereiken zijn er belangrijke voorwaarden voor de maatschappij: ‘We’ve got to stay together and maintain unity’ en volharding in het geloof van verandering: ‘… a certain kind of fire that no water could put out (…) We Shall Overcome’. Banken wordt gevraagd: ‘Be true to what you said on paper.’

Woorden gingen vergezeld van acties: ‘Always anchor our external direct action with the power of economic withdrawl (…) That’s power right there…’ ‘We do have an agenda that we must follow. And our agenda calls for withdrawing economic support from you. ‘ ‘I call upon you to take your money out of the banks downtown and deposit your money in Tri-State Bank – we want a ‘bank-in’-movement. We are putting pressure where it really hurts.’

Banken moeten zich tegenover de natuur en de maatschappij zich niet meer afvragen: ‘If I stop to help this man, what will happen to me?’ maar ‘If I do not stop to help this man, what will happen to him?’ Banken moeten daarvoor inlevingsvermogen hebben: ‘the capacity to project the ‘I’ into the ‘thou.’

Owen de Vries

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *