Integriteit borgen is greep krijgen op je gedrag
interview met Rudolf de Korte, voorzitter DSI, Deskundigheid, Screening en Integriteit
Omdat hij op het kruispunt zit van politiek, banken en integriteit, wilde ik hem graag spreken: Rudolf de Korte, oud politicus en huidig voorzitter van DSI (Dutch Securities Institute). Ik interviewde hem in zijn huis in het bosrijke Wassenaar. Ik was wat aan de vroege kant, dus besloot ik eerst nog wat in de mooie omgeving te wandelen Niet ver van zijn huis viel mijn blik op een gedenkplaatje dat de plek markeerde waar de eerste V2-raket naar Engeland was afgeschoten. Ik dacht aan de vele vragen die ik op hem zou afvuren. Hij was goed voorbereid merkte ik.
Wat is DSI en hoe ziet het speelveld van DSI er uit?
‘DSI is opgericht in 1999. Dit instituut heeft een belangrijke functie in het zelfregulerend systeem dat de financiële sector in het leven heeft geroepen naast de bestaande wetgeving. Doel is het vertrouwen van de consument in de financiële sector te versterken. DSI doet dit onder andere door registraties te verlenen op het gebied van deskundigheid, klantvaardigheid en integriteit van financiële deskundigen met direct klantencontact. Hun werkgever verplicht hen veelal om bij DSI ingeschreven te zijn, als blijkt dat zij achter de DSI-gedragscode staan en achter de gedragsregels ten aanzien van integriteit in het bijzonder. Op de website van DSI is te zien wie geregistreerd is. Er is geen directe samenwerking met de integriteitsinstellingen van de overheidssector: BING en BIOS. DSI richt zich op de financiële sector.
In het bestuur van de DSI zijn alle financiële branches vertegenwoordigd: de Nederlandse Vereniging van Banken, het Verbond van verzekeraars, de Vereniging van vermogensbeheerders en commissionairs, de Vereniging van beleggingsdeskundigen en analisten, de Association of Proprierty Traders, de Pensioenfederatie, en de intermediairs (via een vertegenwoordiger uit hun gelederen).’
Hoe gaat het met DSI?
‘DSI bloeit. Het aantal registraties is gegroeid naar bijna 7.600. De vrijwillige aansluiting van de vermogens- en beleggingsadviseurs/professionals bij DSI is volgens de AFM 90%. Dat is hoog. Zij hebben de DSI-gedragscode ondertekend. Deze is goed vergelijkbaar met de tekst van de Code Banken. DSI heeft intussen een strenge en gedegen reputatie.’
In een artikel in Vrij Nederland van 2 februari 2013 over het gedragsprobleem van bankiers, wordt aangegeven dat de DNB hierop controleert. DSI is gespecialiseerd in integriteit, waarom is dit geen taak voor DSI?
‘Gedragsproblemen op het niveau van bestuurders van banken en verzekeraars (de top) zijn wettelijk voorbehouden aan de DNB en de AFM. Zij kennen ook een afdeling Integriteitsbeheer. DSI geeft invulling aan zelfregulering en richt zich op de bankmedewerkers onder de top en op de medewerkers met direct klantcontact.’
Wat kunt u vertellen over de tuchtcommissie?
‘Jaarlijks worden er zo’n veertig incidenten gemeld, waarvan circa de helft wordt doorgeleid naar, respectievelijk behandeld door, de DSI-tuchtcommissie. De desbetreffende geregistreerde kan een sanctie opgelegd krijgen door de directie van DSI of – in de zwaardere gevallen – door de tuchtcommissie. De straffen lopen uiteen van een berisping, een taakstraf (bijvoorbeeld het volgen van een opleiding) tot een schorsing. Ook een forse geldboete en royement behoren tot de sancties. De uitspraken van de tuchtcommissie worden gepubliceerd op de website en de sanctie wordt gedurende drie jaar achter de naam van de betrokkenen in het openbare register vermeld. Het parool is naming and shaming. Deze sancties hebben geen wettelijke grondslag. Uiteraard kan iemand die niet DSI-geregistreerd is, niet gestraft worden door DSI.’
Half november 2012 pleitte u voor de oprichting van KIFS, Kenniscentrum Integriteit Financiële Sector. Hoe staat het daarmee?
‘KIFS is bedoeld als knooppunt van kennis en ervaring op het gebied van integriteitsbevordering in de financiële sector. Hierbij kunnen diverse instellingen, zoals universiteiten (DSF, UVA, VU, Nyenrode, EUR, Groningen/Comenius-leergang), maar ook DSI, KiFiD en niet te vergeten AFM en DNB, hun expertise en ervaringen aanleveren en toetsen. Het initiatief kent één bottleneck: geld. We zullen hier fondsen voor moeten werven. Dit punt wordt in 2014 opgepakt.’
Hoe staat het met het financieel rijbewijs?
‘De consument blijkt in het algemeen slecht toebereid te zijn bij financiële beslissingen. DSI biedt hiervoor een educatief spel op de DSI-website, waarmee een financieel rijbewijs te behalen is. Daarmee kunnen mensen hun eigen financiële gedrag toetsen. Hun score op zes belangrijke leerdoelen wordt op het financieel rijbewijs weergegeven. Vele duizenden mensen hebben deze test inmiddels gedaan.’
Zijn er zaken die DSI gaat veranderen?
‘DSI is nu vooral gericht op de front office, maar we willen ons werkterrein ook uitbreiden naar de back office. Daarnaast zou de borging van de Eed of Belofte in de financiële sector een ondersteunende taak kunnen worden. De AFM suggereert drie categorieën om de bankierseed in te voeren: 1. De Top (dat gebeurt inmiddels vanaf 01-01-13). 2.De integriteitsgevoelige sleutelfunctionarissen, de interne toezichthouders en de compliance officers. 3. De adviseurs met direct klantencontact. De bankierseed moet geen eenmalige exercitie zijn. Het normbesef moet beter.’
Wat is uw definitie van integriteit?
‘Integriteit is afgeleid van het Latijnse woord integritas.Het is verwant met: gaaf, compleet, eerlijk, rechtschapen en betrouwbaar. Ik verwijs naar The Theory of Moral Sentiments waarin Adam Smith de bankier beschrijft als iemand die gedreven wordt door de deugden van prudence (zorgvuldigheid) en mutual trust (wederzijds respect). Hij heeft de theorie uitgewerkt aan de hand van de beelden van sympathy en antipathy voor de ander voelen. Het is aanbevelingswaardig een en ander zelf te lezen. Samengevat betekent het voor mij: integriteit borgen is greep krijgen op je persoonlijke gedrag.’
Uit een enquête op het World Economic Forum in Davos, 2013, bleek dat de helft van de 31.000 ondervraagden uit de hele wereld niet denkt dat bankiers uit zichzelf een integer besluit neemt. Wat zou u willen zeggen over banken en integriteit. Hoe meet je integriteit?
‘Dat kan alleen door kwalitatieve benchmarking ten opzichte van andere personen respectievelijk van andere financiële instellingen. Anders is het niet te meten. Er is geen kwantitatief meetbare formule. Aan de negatieve kant van het spectrum staan de slechte voorbeelden, die we allen kennen uit de media. Dat zijn voor mij bijvoorbeeld DSB en Legio Lease. Ze bestaan niet meer. De verdienmodellen bij DSB waren een aaneenschakeling van verkeerde praktijken met faillissement tot gevolg. Zo ook bij Legio Lease met z’n ‘winst-verdriedubbelaars’ die uitdraaiden op ‘verlies-verdriedubbelaars’ waarvan uiteindelijk 200.000 mensen de dupe geworden zijn. Als DSI-voorzitter heb ik in het verleden gepleit voor een verbod op het soort bestaansbedreigende producten waarvan zij zich bedienden. De toenmalige voorzitter van de AFM – Arthur Docters van Leeuwen – gaf als antwoord: “Ik heb daar geen wettelijk instrument voor. We kunnen domme mensen niet verbieden domme dingen te doen.”
Aan de positieve kant van het spectrum – als het gaat om benchmarking – staat voor mij Triodos Bank. Dat is één van de duurzaamste en integerste banken van de financiële wereld. Tot mijn vreugde is hun omvang sterk gegroeid. Een vergelijkbaar goed voorbeeld is het – zonder bonussen werkende – Zweedse Handelsbanken dat nu ook in ons land bankiert.’
Wat zijn de voor- en nadelen van integriteit?
‘Kijk naar de afloop van DSB en Legio Lease als consequenties van niet integer handelen. Het was goed dat Jan Kalff (CEO-ABN AMRO), Herman Wijffels (CEO-Rabobank) en Aad Jacobs (CEO-ING) indertijd nee hebben gezegd tegen deze bestaansbedreigende producten. Nee-zeggen – ondanks aandrang vanuit de lagere regionen – om uit concurrentie overwegingen mee te doen was een juist voorbeeld van integer handelen vanuit de top.’
Kan integriteit in positieve zin veranderen?
‘Zeer zeker! Als voorbeeld noem ik de Code Banken van eind 2009, waarin voor een cultuuromslag met moreel-ethische verklaring (de Eed of Belofte) wordt gepleit. Dat is een positief voorbeeld van een door de banken in gang gezette cultuurverandering. Bij DSI is er veel succes met workshops ethiek, waarin de link met de praktijk heel evident is door middel van casusstudies en rollenspelen met acteurs. Dat inspireert tot goed gedrag.
Bij de handhaving van integriteit helpt een systeem met tucht en sancties. Dit stimuleert het ontwikkelen van een persoonlijk moreel-ethisch kompas. Dat gaat niet vanzelf. Je moet fouten kunnen maken. Daar kun je van leren. Dat geldt in alle fases van je leven. Zo krijg je greep op je persoonlijk gedrag. Daar is hulp bij nodig. Het begint bij de ouders, op school en vervolgens op het werk. Daarmee kun je integer gedrag opbouwen. Zoals je gegeven woord nakomen. Zelfkennis is in dit proces onontbeerlijk.
Regels zijn niet afdoende. Mijn ervaring is: hoe meer regels, hoe meer overtredingen worden uitgelokt. Ik ben voor minder regels in organisaties, zodat werknemers op hun eigen morele kompas leren varen.’
Wat zet de integriteit van banken onder druk?
‘Een zwakke schakel is het individuele gedrag. Zorg daarom voor gedoseerde financiële prikkels. Veel van de huidige prestatiegebonden financiële prikkels werken veelal pervers.’
Hoe kun je die druk voorkomen?
‘Het gedrag aan de top van banken is maatgevend voor iedereen daaronder. Van bovenaf moet de instelling integer gemaakt worden. Als voorbeeld geef ik graag de vergelijking van de rotte mand en de rotte appel. In gevallen waar het misgaat, gaat het vaak om een rotte mand (bijvoorbeeld een verdienmodel met agressieve omzettargets), die gezonde appels aantast. Een paar rotte appels in een goede mand kunnen ook de rest aantasten. De CEO zou de eindverantwoordelijkheid voor de integriteitbewaking van zijn organisatie moeten dragen.’
Hoe verhoudt ethiek zich tot integriteit?
‘Bij ethiek gaat het om de goede zedenleer. Integriteit slaat vooral op het individueel gedrag. Integriteit is nodig voor de borging van de ethiek. Gebrek aan ethiek is een katalysator – niet zozeer dé veroorzaker – van iedere terugkerende financiële crisis.’
Welke waarden ondersteunen of versterken integriteit?
‘De deugden van Adam Smith stimuleren dit. Men moet daarbij rekening houden met de culturele verschillen in de mondiale financiële wereld tussen Oost en West. Deze culturele verschillen beïnvloeden de geldende ethiek. Naar individuen toe gelden verschillen tussen mannen (met veel testosteron) en vrouwen (met meer zorgzaamheid). Het zijn aspecten die een rol spelen. Praktisch gezien helpt de Code Banken om de integriteit te borgen.’
Hoe werkt integriteitsbevordering bij DSI?
‘DSI hanteert een doorlopende cyclus voor integriteit naast deskundigheid en klantvaardigheid. Het begint bij de aanmelding van de aanstaande geregistreerde en de ingangstoets met betrekking tot die integriteit, klantvaardigheid en deskundigheid. Daarop volgt een permanente onderhoudstoets om het andere jaar. Verder zijn er de eerder genoemde workshops ethiek en de rollenspellen met de acteurs om te komen tot groter individueel normbesef.’
Wat belemmert banken om de integriteit te bevorderen?
‘Handhaving van agressieve targetgebonden bonussen voor de top en de daaronder liggende managementlagen werkt ten nadele van de integriteit binnen de bankinstelling als geheel. Daarnaast spelen onredelijke omzetdoelstellingen en teveel interne regels veelal een verkeerde rol. Door alles dicht te timmeren worden de individuele medewerkers belemmerd bij het ontwikkelen van hun persoonlijk kompas.’
In uw artikel in het FD van 17.11.2012 noemde u Hazelhof en Nelissen als voorbeelden van integere bankiers. Wie zijn nu voorbeelden van integriteit bij banken?
‘Ik noem geen nieuwe namen. Ik ben positief over de handelswijze van de AFM. Zij zijn sterk gericht op: Klant Centraal, risicomanagement, beloningsbeleid en deskundigheid.’
Hebben banken behoefte aan DSI?
‘Goede vraag. Het antwoord is ja. Door de ontwikkelingen in de sector is veel vertrouwen verloren gegaan. De Code Banken, dus ook DSI in dat verband, kan helpen dit vertrouwen terug te winnen. DSI geeft de financiële sector ook de mogelijkheid om op een kostenefficiënte manier het compliance-risico te verminderen. Zelfregulering heeft een preventieve werking en kan het juridisch traject verkorten en goedkoper maken. Tot slot geeft het de DSI-geregistreerde deskundige ook een kans om zich te onderscheiden. Hij krijgt als het ware een betrouwbaarheidsstempel aangereikt, dat hij moet blijven verdienen. Financiële consumenten weten dat dit niet vrijblijvend is omdat er tucht en sancties tot en met een beroepsverbod voor drie jaar kunnen volgen.’
Eerder in 2001 heeft u bij de AFM aangedrongen op een openlijk verbod van bestaansbedreigende financiële producten. Zou DSI een rol kunnen spelen als kwaliteitsstempel bij productbeheer en ontwikkeling?
‘Nee. Dat is en blijft een taak voor AFM. Wij kunnen wel waarschuwen.’
Welke overeenkomsten ziet u tussen banken en de politiek?
‘Na 15 jaar bedrijfsleven heb ik de overstap naar de politiek gemaakt. Ik ben daar begonnen als financieel-economisch specialist van de VVD Tweede Kamer fractie. Daarna werd ik korte tijd minister van Binnenlandse Zaken (in kabinet Lubbers I). Op dat ministerie werd toen al nagedacht over het onderwerp integriteit binnen de overheid. Het onderwerp interesseert me. Na mij heeft Ien Dales als minister het instituut BIOS vormgegeven. In 1992 zei ze: “een beetje integer kan niet”.
Vervolgens trad ik aan als vice-ministerpresident en minister van Economische Zaken (in kabinet Lubbers II). Daarna ging ik terug naar de Tweede Kamer. Daarop volgde mijn benoeming tot vice-president van de Europese Investerings Bank in Luxemburg.
Bij banken gaat het over klanten, geld, spaarders en uitleningen. In de politiek gaat het over mensen, kiezers, hun noden en behoeften. Het een liep in mijn geval over in het ander. Banken behoren, net als de politiek, de economische activiteiten van het land te dienen. De huidige crisis leert dat bankwezen en (Europese) politiek nauw op elkaar aangewezen zijn om toekomstige ellende te vermijden.’
Ten slotte hoe spreekt u iemand aan die niet integer is?
‘Een bankier stelde me – tijdens een lezing over integriteit – diezelfde vraag. Ik gaf als antwoord: “heeft u gehoord van Adam Smith?” “Ja, dat is de grondlegger van de vrije marktwerking zoals beschreven in The wealth of the nations. Daarin is sprake van ‘welbegrepen eigenbelang’ en ‘van een onzichtbare hand’, die het algemeen belang dient?” “Dat klopt, maar daaraan vóórafgaand schreef Adam Smith: The Theory of Moral Sentiments. Daarin beschreef hij reeds de fundamenten voor integer handelen bij zijn latere vrije marktwerking, namelijk de deugden van prudence en mutual trust”.’